Wie helpt mij

Wie helpt mij

Blog Lydia Scheringa

Elke maand schrijft onze collega Lydia Scheringa een blog over wat zij meemaakt tijdens haar werkin de zorg. Lydia werkt als regieverpleegkundige en verpleegkundige palliatieve zorg in de Carintreggeland huizen Bellinckborg en 't Gerbrand. Deze maand is de titel van de blog 'Wie helpt mij'.

‘Wie helpt mij, wie helpt mij?’ en je duwt met de rollator tegen de muur aan. Het is vroeg in de ochtend en de meeste bewoners slapen nog. Jij bent wakker, klaarwakker. Het is een vraag die je regelmatig stelt. Werken met bewoners met dementie is mooi, maar het vraagt soms veel geduld. Vooral als eindeloos dezelfde zinnen herhaald worden: ‘Wie helpt mij, wie helpt mij?’ of ‘Zuster, zuster, zusterrrrrrr!’

We zijn niet altijd geduldig, mijn collega’s en ik. Als steeds dezelfde bewoner je aanklampt, of maar blijft duwen met de rollator tegen de muur aan, dan tellen we geregeld tot tien. We zijn ook maar mensen. Jij, met je vragen, je onrust, ik kan me zo goed voorstellen dat collega’s wel eens zuchten als je weer roepend over de gang loopt.

Ik leg mijn hand op je schouder, ik probeer je aan te kijken. In je ogen lees ik een leegte, in je ogen lees ik angst. ‘Kom maar’ zeg ik. Terwijl je blijft roepen, probeer ik je te begeleiden naar je kamer. ‘Hier gaan ze je helpen’ zeg ik,  maar ik weet niet of dat je rustig maakt.

Met de lunch eten aan een lange tafel en jij zit voor mij. Weer word ik geconfronteerd met de leegte die dementie kan geven. Dat er zoveel mist in je hoofd kan zijn. Zoveel flarden van herinneringen, die eigenlijk niet meer dan rafels zijn. Dunne, flinterdunne draden in het brein. Ongrijpbaar verleden. Wie ben jij? Welke vrouw schuilt er achter jouw blik, die ogen die zo angstig staan? Wie verstopt zich achter de vragen, dat eindeloos vragen en herhalen? Wie ben jij écht?

In een gesprek met bewoners onderling, zie ik ineens dat je lacht. Heel even is de angst weg, ontspannen de spieren zich in jouw gezicht. Je lacht en spontaan zeg ik: ‘Wat een mooie lach heb jij!’

Je buigt je hoofd, je lacht verlegen, je bloost nog net niet. Ik zie een zachtheid die dwars door alle spanning heen breekt. Het is maar heel even. Als je niet kijkt, mis je het moment. In je mimiek, in je houding geef je mij een inkijkje in wie jij bent. Iemand die verlegen wordt van een compliment en er ook van geniet. Dat vind ik mooi en het raakt me. Ik zie een rafel van jouw bestaan, van je zijn.

Het daagt me uit om jouw verhaal meer en meer te ontrafelen. De puzzelstukjes bij elkaar te leggen, zodat je meer bent dan je eindeloos vragen: ‘Wie helpt mij?’

Contact met auteur

x