Mevrouw De Jong is alleenstaand en in heel haar doen en laten komt ze over als een vrouw die graag zelf alles regelt. Haar nicht die meegekomen is bevestigt dat. Op haar kamer gaat mevrouw voor het raam staan. Ze kijkt naar de auto’s die voorbij rijden en kijkt naar rechts. ‘Kijk, daar achter die huizen woonde ik altijd’ en we kijken er samen naar. ‘Daar gaf ik les’ en ze kijkt naar de school die voor de locatie staat.
‘Mag ik naar buiten?’ het is de vraag die mevrouw graag beantwoord wil hebben. Natuurlijk mag ze naar buiten, naar de tuin die om de locatie heen is. De tuin is echter afgesloten met een hek en mevrouw wil meer dan dat. Zij wil graag naar het winkelcentrum lopen en ze wil in de buurt kunnen wandelen waar ze altijd heeft gewoond en waar herkenning is.
Daar hebben we het met elkaar over. Waarom zou het niet kunnen? Mevrouw de ruimte geven en de vrijheid om te wandelen in deze buurt biedt haar meer kwaliteit van leven. Tegelijk zijn er ook twijfels. Mevrouw is met een reden hier opgenomen. Is er een risico dat zij toch een keer de weg terug niet meer weet. Wat dan?
Tegenwoordig gaat mevrouw De Jong naar buiten. We hebben een GPS-horloge voor haar geregeld. Gewoon, voor de zekerheid. Als ze naar buiten wil, haalt ze het horloge op bij de zorgmedewerkers en dan gaat ze naar buiten en kan ze gaan en staan waar zij wil. Zelfstandig, precies zoals past bij haar.
Als ze ’s avonds aanschuift aan tafel voor de warme maaltijd en vertelt over haar uitstapje naar de opticien, kijken andere bewoners haar vragend en een tikkeltje jaloers aan. ‘Hoe kan het dat jij wel naar buiten kan en ik niet?’ vraag meneer Venema. Mevrouw De Jong haalt haar schouders op. ‘Je moet het gewoon eens vragen aan de zorg, dat heb ik ook gedaan!’